Han-dvatten van Han

06 januari 2025

In deze nieuwe rubriek laten we elke maand een boek de revue passeren dat voor vertrouwenspersonen (in de breedste zin van het woord) onmisbaar is dan wel een interessante eye-opener. Waar mogelijk pikken we er ook nog een aantal specifieke handvatten uit die in de praktijk van de vertrouwenspersoon toepasbaar zijn.

In deze eerste bijdrage sta ik graag stil bij de winnaar van het “Managementboek van het Jaar 2024”. We hebben het dan over Giftig gedoe op de werkplek van Carolien Koetsenruijter en Hans van der Loo. De jury schrijft er het volgende over “het is niet te geloven. Jaarlijks zijn er bijna 2,5 miljoen incidenten met giftig gedoe op de werkplek. Waar gaat het dan om? Wat houdt giftig gedoe in en waar komt het vandaan? Welke patronen zijn erin te onderkennen? Waarom is het thema ineens zo actueel? Maar vooral ook, hoe kunnen we het voorkomen en bestrijden? Wat is het antigif dat kan zorgen voor een sociaal en psychologisch veilig werkklimaat? Deze vragen worden in dit boek op meeslepende, goed onderbouwde en vooral praktische wijze beantwoord.

De auteurs laten zien hoe giftig gedoe op de werkplek ontstaat en in stand wordt gehouden. Zij geven daarnaast tal van praktische tips en tools om giftig gedoe te voorkomen en effectief te bestrijden. ‘Giftig gedoe op de werkplek’ is een must-read voor iedereen die aan de sociale en psychologische veiligheid binnen teams en organisaties wil werken. Kort samengevat kunnen we stellen:

  • Het eerste goed onderbouwde overzichtswerk in Nederland over de ontwikkeling van sociale (on)veiligheid op het werk. Behandelt het hele palet aan interne agressie en ongewenst gedrag, niet alleen seksuele intimidatie, maar bijvoorbeeld ook discriminatie en pesten.
  • Zeer actuele thematiek die wordt verklaard aan de hand van meer dan twintig spraakmakende cases en tientallen insiderverhalen.
  • De auteurs presenteren een nieuwe visie: de focus moet van incidenten met individuele daders en slachtoffers naar herhaalde patronen ingegeven door groepsprocessen en omgevingsfactoren.
  • Het overzichtswerk vol staat met praktische modellen en tools waarmee je meteen zelf aan de slag kunt gaan.

Destructieve vijf van giftig gedoe

Het boek start met vijf belangrijke vormen van giftig gedoe in beeld: intimidatie, discriminatie, pesten, corruptie en fysiek geweld. Samengevat, de destructieve vijf van giftig gedoe’. Van belang is dat we over hetzelfde praten, dus eerst een definitie van giftig gedoe: “het geheel van factoren en actoren dat leidt tot zich herhalende patronen van agressief gedrag en gevoelens van onveiligheid met een destructieve impact op mensen, teams en organisaties als gevolg.”

  1. Intimidatie is daarbij de meest voorkomende vorm van giftig gedoe. Hierbinnen is seksuele intimidatie wel het meest voorkomend, met opmerkingen, gebaren en handelingen die een seksueel karakter hebben en die het slachtoffer als ongewenst ervaart. Het is veelal een grijs gebied, het is moeilijk. Om een grens hard te stellen. Gelukkig blijkt in rechtszaken dat er een kentering is: straffeloosheid en wegkomen met smoesjes staat onder druk.
  2. Discriminatie op de werkvloer wordt jaarlijks door 8% van alle werknemers ervaren. De top drie wordt daarbij gevormd door afkomst en huidskleur, leeftijd en geslacht. Opvallend hierbij is het hardnekkige wij-zij gevoel, dat het accent op verschillen en niet op overeenkomsten legt.
  3. Pesten in alle varianten: offline, online, verbaal, non-verbaal en fysiek openlijk en verborgen. Soms wordt het gekoppeld aan verkeerde bazen (bully-gedrag) maar weet wel dat in 60% van de gevallen collega’s de daders van pestgedrag zijn.
  4. Corruptie in de vorm van omkoping, fraude is grootschalig aanwezig bij normale bedrijven aldus het Openbaar Ministerie. Veelal in relatie met de vier destructieve vormen van giftig gedoe.
  5. Fysiek geweld komt gelukkig minder vaak voor, maar de impact kan voor alle partijen behoorlijk traumatisch zijn.

Koetsenruijter en Van der Loo benoemen als voedingsbodem van giftig gedoe een aantal factoren die zij uiteindelijk samenvatten in ‘de giftige driehoek’. We lopen elke hoek langs waarbij we bovenin ‘giftig machtsmisbruik’ plaatsen. Hier gaat het om ronduit agressief en sterk dominant gedrag dat doorgaans wordt gedreven door een combinatie van drie eigenschappen: manipulatief handelen; grootheidswaan; impulsief nemen van risico’s.

Linksonder gaat het om giftige acceptatie van de destructieve effecten van machtsmisbruik: wegkijken; relativeren; vergoelijken; zich aanpassen en in de overlevingsstand blijven. Want zonder acceptatie heeft giftig gedoe geen kans. Van belang is om aan te geven dat zij met giftige acceptatie doelen op het voelen van de pijn, het verdriet, het aan je lot worden overgelaten waardoor het geheel uitzichtloos blijkt te zijn. Op je werk zijn, wordt dan overleven! Bij deze giftige acceptatie gaat het niet alleen om de slachtoffers, ook de omstanders kunnen vanuit verschillende rollen ermee te maken krijgen. Met reacties als wegkijken, goedpraten en negeren. Eveneens is er een derde groep; managers, teamleiders, staffunctionarissen en toezichthouders.

Blijft over rechtsonder, de giftige factoren die bevorderlijk zijn voor het ontstaan en in stand houden van giftig gedoe. Dat kunnen structurele factoren zijn zoals strakke hiërarchie, te hoge doelstellingen, oneerlijke beoordeling, dubbelzinnige procedures, etc. Daarnaast zijn er situationele factoren, zoals economische terugslag of hoge werkdruk.

De driehoek wordt in haar geheel door de auteurs ondersteund met recente casuïstiek. In het voorgaande ben ik ingegaan op twee onderdelen uit het boek, wat feitelijk uit drie delen bestaat. Het eerste deel, gaat in op de ‘aard, achtergronden en actualiteit van giftig gedoe’. Het tweede deel heet ‘de voedingsbodem van giftig gedoe’. Het derde deel, het meest praktische deel maar ook het kortst, richt zich op ‘van agressie naar progressie: van giftig naar gezond’.

In dit laatste deel leggen de auteurs uit wat de ultieme manier is om met giftig gedoe om te gaan: responsief inspelen op giftig gedoe. Daarbij maken zij gebruik van de door hun aangepaste ‘veiligheidscultuurladder’, waarbij het op de 4e trede gaat om ‘responsiviteit’. Responsief inspelen op giftig gedoe is mogelijk als men een vijftal pijlers toepast. We noemen ze, zonder een uitvoerige toelichting:

In dit laatste deel leggen de auteurs uit wat de ultieme manier is om met giftig gedoe om te gaan: responsief inspelen op giftig gedoe. Daarbij maken zij gebruik van de door hun aangepaste “veiligheidscultuurladder”, waarbij het op de 4e trede gaat om ‘responsiviteit’. Responsief inspelen op giftig gedoe is mogelijk als men een vijftal pijlers toepast. We noemen ze, zonder een uitvoerige toelichting:

  • Openheid naar buiten toe: snel reageren op signalen of klachten en hierover communiceren.
  • Helderheid: vanuit een gedeelde norm integraal werken aan oplossingen.
  • Flexibiliteit: efficiënte processen en systemen die ook maatwerk leveren.
  • Meervoudigheid: multidisciplinair en een mix van rationeel/emotioneel en formeel/informeel.
  • Pro activiteit: anticiperen op toekomstige ontwikkelingen en problemen.

Als we toch bij de ‘ladder’ zijn, de laatste trede heeft als titel ‘safety by design’ om daar te komen zijn een zevental uitgangspunten maatgevend. Deze zeven zijn allen beginnend met een s: supporten, samensmelten, shiften, stimuleren, structureren en samen spelen. Dat alles onder het motto ‘Een gezonde en veilige werkomgeving creëer je samen’.

Resumerend

Verspreid in de tekst vinden we regelmatig suggesties wat je als leiding en of medewerkers kunt doen wanneer je zelf giftig gedrag ervaart of bij anderen waarneemt. Maar de actiegerichte mens moet zich eerst door 270 bladzijden voorbeelden, definities en theorieën werken voordat deze aankomt bij de laatste 60 bladzijden die vooruitkijken.

Toch is het een vlot geschreven en goed opgemaakt boek (hoewel mijn exemplaar al een losbladige variant is geworden). Elk hoofdstuk eindigt met een kopje: ‘dit hoofdstuk in een oogopslag’. De manager die met de medewerkers in gesprek wil gaan over giftig gedoe in de eigen organisatie c.q. team, vindt daarnaast aan het slot van elk hoofdstuk gesprekspunten die kunnen helpen om het gesprek op gang te helpen. Tijd en praktijk zullen uitwijzen of dit boek de beloofde ‘ultieme manier’ om met giftig gedoe om te gaan is. Koetsenruijter en Van der Loo leggen in ieder geval een stevig fundament onder het denken over hoe je kunt zorgen voor een veilig werkklimaat, zonder giftig gedoe.

Drs. Han Rottink – Opleider| Trainer| Mediator